- consulter
- consulter [kõsuultee]I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 beraadslagen 〈met anderen〉 ⇒ overleg plegen, overleggen2 〈medisch〉spreekuur houdenII 〈overgankelijk werkwoord〉1 〈iemand〉om advies vragen ⇒ raadplegen, de raad inwinnen van2 〈iets〉raadplegen ⇒ inzien, nakijken (op), naslaan3 zich laten leiden door ⇒ handelen naar, volgen, gehoor geven aan♦voorbeelden:1 consulter l'opinion • de opinie peilenconsulter qn. du regard • iemand vragend aankijken2 consulter son miroir • een (onderzoekende) blik in de spiegel werpenouvrage à consulter • naslagwerkv1) beraadslagen, overleggen2) spreekuur houden3) raadplegen, om advies vragen4) naslaan, inzien, nakijken (op)5) handelen (naar), volgen
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.